dinsdag 30 juni 2020

Aanpassingen voor hypermobiliteit

Nu dochter officieel hypermobiliteit heeft, begint de puzzel qua aanpassingen. Want ze krijgt fysio om sterker te worden, maar dat helpt niet genoeg.

Schrijven kost veel moeite. Bij het thuisonderwijs viel me op dat ze daar de meeste energie aan verloor. De fysio heeft nu penhouders geadviseerd die haar vingers ondersteunen. 

Gym is al een hele tijd te zwaar. Op een schooldag met gym, kon dochter niet meer zelf naar huis lopen of fietsen. Dus nu is de fysio ingepland onder de gymles. 

Dochter speelt blokfluit en mag sinds een paar weken ook op de altfluit. Maar die is eigenlijk te zwaar om goed omhoog te houden.  Dus nu is er een duimsteun besteld. Misschien moet ze hem ook met een speciaal koord om haar nek gaan vasthouden. 

Vanmiddag mag ze mee om een bolderkar te kopen. Want ze wordt te groot om te dragen. En met zeven jaar in de wandelwagen is ook niet tof. Ze redt het niet om meer dan 1 km te lopen zonder pijn. Dagjes weg zijn meestal drama.

We moeten op zoek naar passende zwemles, liefst in warm water. We wachten op een telefoontje van de kinderarts, of we naar een revalidatie-arts mogen. We aarzelen over steunzolen of aangepaste schoenen en bij wie je daarvoor moet zijn.

De grote hobbel wordt een gesprek met de juf van volgend jaar. Die vindt hypermobiliteit maar onzin en weigert daar rekening mee te houden. Tegenwoordig hebben alle kinderen wat: fratsen. Gelukkig hebben we een toffe fysio en ib-er, dus we komen er wel doorheen.

Soms voel ik me schuldig. Ik heb haar vaak gedwongen om toch te lopen, te gymen, te zwemmen en door te zetten. Als de rest van de klas de avondvierdaagse loopt, kon zij toch wel een kwartiertje wandelen?

Dochter stelt zich niet aan. Ze doet echt haar best. Toen ze haar sonde nog had, vond iedereen haar zielig. Iedereen wilde rekening met ons houden. Maar nu blijkt dat ze een onzichtbare beperking heeft en dat is een stuk lastiger.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten