zondag 1 augustus 2021

Zomerlezen: detectives

In zware tijden lees ik graag detectives. Heerlijk om je hoofd te breken over een probleem waarbij je zeker weet dat de oplossing na een paar honderd pagina's beschikbaar is. Het enige nadeel is dat ik snel lees en de volgende dag dus weer een nieuw boek moet zoeken.

Er zijn vier goede soorten detectives te onderscheiden in de stapels die ik lees. Daarvan heb je dan uiteraard goede en slechte uitvoeringen. Dat is geen harde wetenschap, maar mijn persoonlijke leeservaring.

1. Klassieke Britse vertelstructuur
Er gaat niets boven Agatha Christie. Ik las vandaag bijvoorbeeld Moord op de Nijl, wat een goed voorbeeld is. Het verhaal heeft een vaste detective, (Hercule Poirot), een besloten omgeving (een schip), een moord of wat, een rijtje motieven, dwaalsporen en potentiële daders. De detective ontrafelt ieders geheimen en als iedereen verzameld is in het laatste hoofdstuk wordt de dader bekend gemaakt.
In filmversie is hiervan Death in Paradise een heerlijke variant. 
De personages zijn meestal volstrekt normaal, hoewel de detective opvalt door zijn of haar uitstekende mensenkennis.
Niets beter dan Agatha Christie, hoewel Father Brown van C. K. Chesterton ook heerlijk leest. De klassieke versies van Sherlock Holmes volgen ook dit patroon.

2. Scandinavische detectives 
Er is een duo, meestal een man en een vrouw. De ene heeft een trauma/autisme/handicap/problematisch verleden. De andere heeft of krijgt een persoonlijke link met dader of slachtoffer. Het verhaal wordt vaak deels vanuit de dader verteld, als extra verhaallijn. Dat maakt het boek ingewikkelder, omdat je moet wisselen van perspectief en meer kennis hebt dan de politie. Eigenlijk zijn er minder motieven, daders en geheimen, de echte misdaad is niet ingewikkeld. Je weet eerder wie het gedaan heeft en het draait minder om wie het deed dan om hoe de dader wordt opgepakt.
Deze dagen lees ik in een moordend tempo de Bergmankronieken van Hjorth Rosenfeldt.  De boeken van Stieg Larsson zijn ook fantastisch. 
Maar ik krijg snel genoeg van de psychische ellende en verknipte personages. 

3. Amerikaanse series
Er is een hoop geweld, het regent tamelijk achteloos lijken en er wordt een hoop moderne techniek ingezet om de moordenaar te vinden. Aan de ene kant van het spectrum heb je bijvoorbeeld Jack Reacher, die iedereen omlegt om gerechtigheid te brengen. Aan de andere kant heb je dan Rizzoli & Isles, waarbij een onderzoeker met moderne methodes uitvindt wie de dader is. Ergens tussenin zit John Grisham, waarbij vaak een advocaat klem raakt tussen geweld, onrecht en juridische technieken. 
Ik denk dat in Amerika het waardeloze rechtssysteem zorgt voor een ander soort boeken. In Europa is een casus gesloten als die door de politie opgelost is. In Amerika is veel meer geweld en lijkt de arrestatie van de dader minder het eindpunt.
De categorie met veel geweld of techniek is niet mijn favoriet, hoewel ik enorm geniet van de Bernie Gunther serie van Philip Kerr. 

4. Losse verhalen
Er zijn uiteraard ook boeken waarin een individuele zaak wordt opgelost door een personage dat géén detective of agent is. De boeken van B. A. Paris vind ik daarin geslaagd. De boeken van Fiona Grace zijn daarentegen volstrekt ongeloofwaardig: als een mooie rijke vrouw plotsklaps slimmer is dan de politie en perfecte kerels haar zalig voedsel komen brengen, haak ik af.
De boeken van Nicci French zijn helemaal onweerstaanbaar, hoewel ik hun serie over Frieda Klein aan het eind kwalitatief iets minder vond.

Hoe dan ook, ik lees bovenstaande categorieën allemaal, lekker door elkaar heen. Mocht je deze zomer willen ontsnappen aan je sores in een fijn verhaal, probeer dan vooral eens de eerste categorie. Verdiep je je liever in de shit van een ander, dan zijn de Bergmankronieken een aanrader.
Als je nog leestips hebt: ik hoor het graag!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten